Maandag 3 april j.l. mocht ons team, De Toren 1, thuis aantreden tegen UVS 2 in de SOS competitie. Al met al was ik er in geslaagd een behoorlijk op sterkte zijnde team bij elkaar te sprokkelen, en zo begonnen we rond de klok van 20.00 uur de degens te kruisen met onze tegenspelers uit Nijmegen (nee, dit is geen streek-derby, maar een sportieve krachtmeting tussen creatieve geesten!).
Aan het eerste bord speelde Laurens een min of meer gesloten Siciliaan (voor zover ik dat kan beoordelen bij de gigantische variantenrijkdom in het Siciliaans … .), waarin hij actief spel verkreeg en hem uiteindelijk ook de winst bezorgde.
Op het tweede bord trok Ron onvervaard ten strijde, bleef de gehele tijd van alles en nog wat proberen, maar kwam uiteindelijk tot een puntenverdeling.
Fred B. speelde een Siciliaan met g6 en Lg7, en deze draakachtige opstelling gaf hem ook de gelegenheid om met drakenstaart (ver opgerukte pionnen op de damevleugel) een zodanige klap uit te delen, dat in het overgebleven eindspel het punt bij onze speler belandde.
2,5 punt uit drie partijen, je zou denken, dat zoiets toch een aantrekkelijk perspectief bied. Helaas blijft schaken zowel een verrassend als grillig “spelletje”, en dat bleek ook al gauw.
Thomas speelde aan het vierde bord een (uiterst) actieve partij, een Franse opening die bepaald niet met de “F ranse slag” behandeld werd. Helaas kwam deze laatste alsnog in het middenspel om de hoek kijken, met rampzalige gevolgen voor onze teamgenoot, die met de gebakken peren bleef zitten (als een soort van “zoete troostprijs”.).
Vervolgens mocht ikzelf op het vijfde bord een poging wagen om iets op poten te zetten. In een geweigerd damegambiet bleef de stelling lange tijd in evenwicht, tot ik in mijn grenzeloze optimisme (zeg maar gewoon “over het hoofd zien”.) van een (schijn)paardoffer van wit in levensgrote problemen kwam met mijn koning. Desondanks slaagde ik erin om, door hardnekkig verdedigen en een verderop in de partij door de witspeler begane vergissing, alsnog in een eindspel te belanden dat normaliter minimaal remise te houden is. Helaas speelde mijn “karmische schaakkwaal” weer eens op en werd mijn hoop op tenminste een halfje vakkundig de grond in geboord door de onverbiddelijke klok, die aangaf “dat mijn tijd voorbij was”.
Last but not least nam Ad aan het zesde bord de honneurs voor ons waar. In een soort damepionspel kwamen er velerlei verwikkelingen op het bord die allemaal met elkaar gemeen hadden, dat ze beide spelers mogelijkheden boden. Ad zijn tegenspeler wist deze helaas net iets beter te benutten, hetgeen tot gevolg had dat het punt bij hem belandde …. .
Resumerend kun je dus stellen dat ondanks het wat mindere resultaat voor ons deze ontmoeting zonder meer een gezellige en sportieve avond opleverde. Laten we hier maar de nodige inspiratie uit putten voor de slotronde, die nog in het verschiet ligt….!
Tom Brans