De schrijver Godfried Bomans ging ooit eens schaken met de in Haarlem residerende dandy Lodewijk van Deyssel.
Al snel kwam Bomans erachter dat Van Deyssel niet alle finesses van het spel onder de knie had. Dit ontging uiteraard de oude schrijver zelf ook niet, dus merkte hij op:
“Welaan, meneer Bomans, u ziet het, u kunt nog beter met de hond schaken.”
Die opmerking bracht Bomans in een lastig parket. De stelling was juist, maar een ruiterlijke bevestiging leek hem ongepast. Van Deyssel zelf redde hem uit deze netelige situatie, door op te merken:
“Men wordt geacht dit te ontkennen.”