Ik zal zo ongeveer 6 jaar zijn geweest toen mijn vader mij de regels van het schaakspel leerde. Toen ik een jaar of 14 was begon ik mij wat in de openingen te verdiepen met een boek van de schaakgrootmeester Tartakower. Daarvan kreeg ik zo de smaak te pakken dat ik de boekjes “Theorie der schaakopeningen” van Max Euwe ging bestuderen, gevolgd door vele andere schaakboeken.
Lang heb ik getwijfeld wat voor mij de beste openingszet was. In het begin speelde ik altijd e4, daarna c4 en nu alleen maar d4. Met zwart antwoord ik met Frans of het Damegambiet.
Ik heb op verschillende schaakclubs gezeten, zoals S,M.B. en U.V.S. te Nijmegen en A.S.V.. De laatste jaren schaak ik met veel plezier bij S.V.de Toren.
Vroeger bezocht ik nog wel eens een rapidtoernooi, maar het tempo ligt mij toch wel iets te hoog. Echter het Tata-Toernooi volg ik met belangstelling.
Met vriendelijke groeten,
Rolf Hendriks