Van wie leerde Jan Timman het schaken ?
Timman’s ouders waren beiden wiskundigen, zijn vader Reinier Timman was hoogleraar wiskunde aan de TU Delft en zijn moeder (Anna Petronella de Leeuw) had ook wiskunde gestudeerd. Timman leerde het schaken rond zijn 6e jaar, zijn talent bleek al snel. Op zijn 14e werd hij Nederlands kampioen bij de junioren tot 20 jaar, in 1967 op 15-jarige leeftijd, werd hij 3e op het wereldkampioenschap voor junioren tot 20 jaar.[2]
In 1971 werd Timman internationaal schaakmeester (IM), en in 1974 behaalde hij de grootmeestertitel (GM). Hij is negen keer schaakkampioen van Nederland geworden: in 1974-1976, 1978, 1980, 1981, 1983, 1987 en 1996.[2]
In de jaren zeventig drong Timman geleidelijk door tot de wereldtop. Aansprekende toernooioverwinningen uit die tijd waren IBM Amsterdam 1978 en Bled/Portoroz 1979. Timman begon ook mee te doen om de strijd om het wereldkampioenschap. Na twee mislukte pogingen (Forssa/Helsinki 1972 en Reykjavik 1975) won hij het zonetoernooi van Amsterdam 1978. In het interzonetoernooi van Rio de Janeiro 1979 kwam hij net te kort om tot de kandidatenmatches door te dringen.
In 1982 stond hij op de tweede plaats op de wereldranglijst, achter Anatoli Karpov.[2] In de jaren tachtig won hij een aantal zeer sterk bezette grootmeestertoernooien, waaronder in Nederland het IBM-schaaktoernooi te Amsterdam (1981), het Hoogovenstoernooi te Wijk aan Zee (1981, 1985) het Interpolistoernooi in Tilburg (1987), het Euwe memorial toernooi in Amsterdam (1989) en het WorldCup toernooi in Rotterdam (1989). Andere grote successen waren er met toernooiwinsten in Las Palmas (1981), Mar del Plata (1982), Bugojno (1984) en Sarajevo (1984). In Spanje won hij het belangrijke toernooi in Linares (1988).