Op mijn tiende jaar ben ik gaan schaken tegen mijn vader, die overigens veel liever damde.
Dat ging hem ook veel beter af. De schaakboekenthuis waren van Euwe: theorie der schaakopeningen- gesloten spelen I, II en III. Daar heb ik toen veel in gegrasduind. In mijn jeugdjaren kwamen daarbij de Bouwmeester-serie, praatschaak van Mr. E. Straat en Thieme’s nieuwe schaakboek van Unzicker, waar ik het meeste aan heb gehad. Schaken deed je thuis of op school met je vrienden.
In die tijd had je geweldige spannende kandidatenmatches, gevolgd door een tweekamp om het wereldkampioenschap, Botwinnik, Spasski, Smysiov, Larsen en de enigszins geschifte Fischer en vele anderen. Geen databanken maar ijverige secondanten deden het werk.
In 1974 ben ik lid geworden van de GOVA, die toen samen met ASV speelde in het Girogebouw. In het eerste jaar dat ik bij De Toren speelde, heb ik geloof de eerste zes wedstrijden gewonnen. Dat was ik bij de GOVA niet gewend, Daar speelde ik derde klasse OSBO. Het behalen van het clubkampioenschap in 1985 was dus niet direct een geweldige prestatie. We waren toen een klein clubje, om en nabij 20 man. Vogelaar, Blok, Groeneveld, Voogt, Heinz, Gijsbers, en Theuns om maar wat namen te noemen. We speelden toen in het dienstencentrum Elderveld, door een harmonicawand gescheiden van de kaartende en breiende oudjes.
Na dit riante onderkomen verkasten we naar een schoollokaal in De Laar, gevolgd door een achterzaaltje van café De Klomp, waar we op een gegeven moment uitpuilden. Het was toen een mooie gezellige tijd.
Uitslagen werden bijgehouden in een schoolschriftje. Heel overzichtelijk allemaal.
Van het begrip ELO-rating wisten we amper de betekenis. We speelden leuke partijtjes met of zonder geblunder. De sfeer van de begin jaren is een tijd weg geweest. Maar na de splitsing is het de sfeer toch weer teruggekomen. En doen we weer leuke dingen Massakamp, Ten to Ten, Jan Timman, Chess on the River.
Wat het aantal leden ( 40 ) betreft dat komt spelen op de clubavond, is SV De Toren terug bij de begin jaren van/zijn bestaan: een clubavond met een beperkt aantal schakers dat de partij met enthousiasme en in goede harmonie tot een goed of minder goed einde weet te brengen.
Franke van Netten