Mijn vader was een sterke speler in Nijmegen, maar toch heb ik de spelregels van oom Nico geleerd. Met zijn zoontje en mijn broertje speelden we dan vaak op de vrije woensdagmiddagen toernooitjes. Veel vond ik er toen niet aan. Schaken bestond gewoon uit toeval en trucs.
Dat veranderde toen ik naar het Canisius College ging en me voor de schaakclub aanmeldde, die geleid werd door de zeer ambitieuze pater Krekelberg. We speelden in groepjes van zes, en na vijf weken als je alles won, kon je zelfs twee groepjes stijgen. Dat gebeurde bij mij pas na anderhalf jaar. Maar toen wel tweemaal achter elkaar en zo speelde ik praktisch in de hoogste groep.
Dat plotsteling doorbreken, uit het niets zo maar iets kunnen, heeft mij altijd gefascineerd.
Ineens kunnen fietsen bijvoorbeeld, ineens kunnen zwemmen of – om iets heel anders te noemen- ineens iets van het recht begrijpen, mysterieus is het, maar geweldig om het te beleven, Je komt op een ander vlak.
Op dit Monet als ik dit schrijf, zaterdagmiddag de 9 maart 2021, en dit stukje anders gaat dan mij voor ogen stond. Is de hemel na de storm helemaal opgeklaard. Voor mij een stukje synchroniciteit. Dat is iets van de psycholoog Carl Jung. Een samenloop van fenomenen, dit schijven dus, en de zon die nu doorkomt dingen die ogenschijnlijk niet samenhangen. Leuk dat het juist nu gebeurt ! Zit erf meer achter het leven dan zo lijkt ?
Eigenlijk is het mooi zo, en wil ik het hoer bij laten. Maar ik hoor Fred Schonis gedecideerd zeggen: Neen nee, dit is te kort en bovendien buiten de vraag. Okay over schaken dus: van Botwinnink heb ik maar 1 keer verloren, en Bronstein kon ik op remise houden. Bij simultaans natuurlijk, in Nijmegen georganiseerd oor pater Krekelberg.
Tijdens mijn studie ben ik ook de schaakboeken echt gaan bestuderen. Der Rochade-Angriff van Vladmir Vucovic, met de beroemde loperoffer op h7. Daarvan leerde ik dat er velden zijn op het bord, waar je je helemaal op kunt / moet richten. Bij Nimzowitsc was het echt een systeem, zulke velden konden overal op het bord ontstaan: op d4 zet je een paard om de geïsoleerde pion d5 te blokkeren. Pionnenketens probeer je bij hun basis aan te pakken. In het frans bijvoorbeeld bij het blokje d4-e5 tegen d5-e6 speelt zwart eerst c5 en pas (veel) later f6.
Maar schaken is meer dan begrijpen. Het is spelen en dus ook incasseren. Dat houd je menselijk. Mogelijk is verliezen belangrijker dan winnen. Ja, ik kan het niet laten- een filosofische uitsmijter tot slot. Leuke clubavonden wens ik jullie allemaal toe.
Laurens Storms